- stond op 12 mei 2020 op Facebook -
DE KLEWANG EN DE KRIS
- ook weer een beknopte versie, getriggerd door 'gezwijnd' in het vorige stukje -
Er is namelijk iemand in dit land die niet weet hoe gezwijnd hij heeft.
Mijn oom Huib had in de gang van zijn woning op de Schieweg 214III (één buitentrap in het portiek en twéé ellenlange aaneengesloten trappen naar de derde) een klewang en een soort - rechte - kris hangen. Ik had als jongetje van 14 wel 's gezegd hoe interessant ik dat vond.
Toen oom Huib dood was, kreeg ik tot mijn verbazing, toen het lijk nog warm boven de grond stond, deze twee wapens van zijn weduwe.
Ik was al in dienst geweest en mijn wapen was de klaroen, of twee, eigenlijk, en dat vond ik eigenlijk wel voldoende.
Ik had twee jeugdvrienden. Hans en Rob.
Bij Hans at ik in de 4e, 5e en 6e van de lagere school tussen de middag thuis, leende zijn gigantische collectie jeugdboeken van Van Goor, nam hem zelfs een keer mee op mijn boerderijvakantie in Lintelo en zelfs op het Grotius zaten we naast elkaar.
Tot Rob zei: 'Hans is een lul.'
Hoe hij dat wist, kweenie.
In ieder geval heb ik bij Rob vaak oudjaar gevierd, om het maar niet thuis te hoeven doen, in zijn uiterst hartelijke Indische familie.
Vele jaren gingen vorüber.
Ik had nog wel contact met Hans, maar zijn vrouw klaagde dat veel vrienden na een tijdje wegbleven.
Daar kwam ik achter.
Hans was een dwangneuker.
In Zaltbommel kwam hij op de Heksenwal vóór de verbouwing ook bij Hanneke op bezoek als ik er niet was.
En neukte haar.
Dat vertelde Hanneke me.
Hans zou een paar dagen later terugkomen om het dunnetjes over te doen, zeg maar.
Toen heb ik, blind van verdriet, mijn twee antieke slagwapens gepakt, ben de primitieve werkplaats in gedoken en heb met de slijpsteen op de Skil die ik weer van een andere Rob had gekregen, de wapens aangepast aan de eisen van de tijd.
Ik wist wat me te doen stond.
Maar toen Hans aanbelde, of -klopte, geloof ik, had ik verstandigerwijze het oorlogstuig toch maar in de werkplaats gelaten.
En ik duwde Hans weg.
En netzomin als professor Abronsius in 'The Fearless Vampire Killers' (Roman Polanski, 1967) in de slotscène 'niet wist wat hij meenam uit Transsylvanië', heeft Hans ooit geweten dat hij die dag aan de dood ontsnapt is.