Er was nieuws op de radio over kinderdagverblijven. En daar dacht ik even over na. Dat heb je zo wel 's. Het is beter van niet, maar ja.
Op het plaatje zie je de flat aan het eind van de Houtrakgracht (oneven). De Houtrakgracht eindigt links van het gebouw op de Groenedijk en gaat daarna over in de Verlengde Houtrakgracht. Weer een van de raadsels van de Utrechtse straatnamenmaffia.
Maar goed, onderin dat gebouw zit een kinderdagverblijf. Het hek is pas een paar jaar later geplaatst, want toen kwamen ze erachter dat de tientonners voor het winkelcentrumpje er vlak langsreden. Stadsplanning, heet dat.
Uit het slootje rechts, dat zo genereus 'gracht' heet, heb ik wel eens de uit mijn hand gewaaide post liggen vissen. Als postbezorger.
Ik belde ook wel eens aan bij het kinderdagverblijf. Als ik heel veel post voor ze had. Het leek me handiger om dat even iemand in handen (!) te geven dan het door de brievenbus te frommelen. Maar dat vonden ze zelf niet. 'Doe maar in de brievenbus,' zei een anonieme stem door de intercom. 'Ik ben de post, hoor,' wou ik nog zeggen. 'Ik ben niet eng.' Maar ik liet ze maar in de waan. En wierp zoveel post naar binnen dat de deur niet meer open kon.
Maar veel erger, ik krijg er nog een gulp van woede van, was dat ik een keertje een pakje had voor iemand boven in de flat. Dat ging niet door de brievenbus beneden. Dan kon ik aanbellen. Bij geen gehoor kon ik twee dingen doen. Een briefje in de bus doen, het pakje mee terug nemen, de volgende dag weer aanbieden, bij geen gehoor weer ermee terug en dan ging het naar de Bruna in het winkelcentrumpje twintig meter verderop.
Ik koos dus voor een andere benadering. Helaas weet ik de precieze gang van zaken niet meer, maar het eindigde ermee dat een oud wijf via de intercom meedeelde dat ze niet op deze manier lastiggevallen wenste te worden. Ik kon nog net piepend uitbrengen dat ik dit deed als dienstverlening, maar toen had ik de klik dat ze had opgehangen al gehoord. 'Was opgehangen,' dat had ik liever gehoord.
Ik heb in die flat nooit meer geprobeerd om mij dienstverlenend op te stellen.
Woont u dus al jaren in de flat op het eind van de Houtrakgracht (oneven) en doet de post raar, dan weet u hoe dat komt. Door een teringwijf dat niet begreep hoe gelukkig ze had kunnen worden. Of zijn. Zie maar.
Voor het laatst drie uur gestrompeld. Voor het laatst de vrolijke groet van kleuters beantwoord: 'Dag postbode!' Voor het laatst op verzoek elastiekjes uitgedeeld. Voor het laatst mensen blij gemaakt door ze de Louis Armstrongstraat of de Sonny Rollinsstraat te wijzen. 'Sonny Ellingstons,' vroeg ze, maar daar kreeg ze een college over. En: 'Ga maar op de muziek af.' Voor het laatst een zwarte collega van de Deutsche Post de nummering van de Burt Bacharachstraat uitgelegd. 'Echt waar?' vroeg hij. 'Hier de brook over?' 'Ja,' zei ik. 'Ze zijn hier gek.' Dat was hij vrolijk met me eens.
En voor het laatst bloemen en een zoen van mijn baas Els gekregen. Met een bedankje op het kaartje. Dat is bij andere bedrijven wel anders geweest. (Bij Het Spectrum heb ik samen met kantinedame mevrouw Wassens een informeel afscheid geregeld. Bij de NOB heb ik zelf een vrij groots afscheid georganiseerd. Bij beide gelegenheden gaven de personen die zeiden: 'Ach, een afscheid van die jongen, moet dan nou? Nee.' acte de présence.)
Brok in me keel. Echt waar.
Dit doe ik op dit moment: de laatste post lopen.
Ja, je bent vertaler of je bent het niet.
Recente reacties